Tekstgrootte
Leren op hoog niveau
In alle groepen wordt de leerstof op meerdere niveaus aangeboden. We geven instructies op drie niveaus: een basisinstructie, een verlengde instructie en een plusinstructie. De basisinstructie is de uitleg passend voor het grootste gedeelte van de groep. Voor de kinderen die het dan nog wat lastig vinden, volgt een verlengde instructie met een klein groepje aan de instructietafel. De uitleg wordt dan nog eens herhaald op een andere manier of er wordt samen nog extra begeleid geoefend. Voor de kinderen die wat meer aan kunnen, wordt de basisinstructie en de verwerking verkort, zodat er tijd overblijft voor verdiepende of verbredende activiteiten.
Daarnaast hebben sommige leerlingen zeer specifieke leerbehoeften en daarom een geheel eigen ontwikkelingslijn. Wij noemen dat een ontwikkelingsperspectief. De leerkracht observeert en registreert, zodat de ontwikkeling nauwlettend gevolgd wordt en de leerlingen de juiste instructie krijgen.
Leerkrachten voeren met alle kinderen gesprekken over hun ontwikkelingen en leerdoelen. De leerlingen kunnen dan ook zelf aangeven wat zij willen leren en hoe ze dit zouden willen aanpakken. Dit werkt voor de leerlingen erg motiverend en geeft hen een goed inzicht in hun leerstijl. In de bovenbouw wordt ook gebruik gemaakt van een persoonlijk digitaal portfolio. Dit geeft de leerlingen een extra stimulans om bewust met hun leerdoelen bezig te zijn.
Instructiemodel
In alle groepen werken wij met een instructiemodel. Dit biedt leerkrachten tijd en ruimte om leerlingen voorinstructie of verlengde instructie te geven. In alle groepen werken we met een instructietafel, een signaal voor de leerlingen en leerkracht en het lopen van vaste looproutes door de groep. De instructie van de lessen verloopt volgens de volgende stappen:
We kiezen ervoor om leerlingen zoveel mogelijk qua leeftijdsgroep bij elkaar te plaatsen en zorgen voor voldoende differentiatiemogelijkheden binnen de eigen groep.
Extra vakspecifieke informatie
Lezen
Beginnende geletterdheid begint spelenderwijs in de kleutergroepen. Voor sommige leerlingen wordt er in groep 2 en 3 intensief getraind met klanken leren met de methode “Bouw”. Echt leren lezen begint voor de meeste leerlingen bij aanvang van groep 3. Dit doen zij aan de hand van de methode “Veilig Leren Lezen”. Kinderen die snelle sprongen in het leesproces maken en/of kinderen die al lezend uit de kleuterklas komen, starten na een gezamenlijke kern in het zonprogramma. Hierdoor krijgen zij al vrij snel extra uitdaging aangeboden. Voor kinderen die meer moeite hebben met lezen dan de gemiddelde lezer, heeft “Veilig Leren Lezen” een sterprogramma.
Wij blijven het technisch lezen van de steeds moeilijker wordende leescategorieën actief oefenen tot en met groep 8. Hiervoor gebruiken wij de methode “Estafette”.
Ook leesbeleving (lezen met plezier) neemt een belangrijke plaats in. In alle groepen doen we aan boekpromotie in de leeskring, waarin een leerling iets aan zijn medeleerlingen voorleest en vertelt over een zelf gekozen boek. Op deze manier proberen we van de leerlingen enthousiaste lezers te maken. Daarnaast bieden wij, in samenwerking met de bibliotheek, De Bieb op School aan. Zo kunnen we de kinderen een mooie boekencollectie bieden die tweemaal per jaar wisselt.
Begrijpend en verdiepend lezen
Begrijpend lezen oefenen we met de methode “Grip” en met aanvullende lessen in verdiepend lezen. Verdiepend lezen is een manier van begrijpend lezen waarbij de inhoud van een complexe tekst centraal staat. De leerlingen gaan op een actieve manier aan de slag gaan met de tekst. Herlezen, aantekeningen maken, samenvatten, samenwerken, redeneren, discussiëren en reflecteren zijn belangrijke vaardigheden die hierbij centraal staan. Dit begint al in de groepen 1, 2 en 3 met begrijpend luisteren, waarbij dieper op een prentenboek wordt ingegaan dan het alleen voor te lezen.
Taalonderwijs
Onder taalonderwijs verstaan wij het onderwijs in spreken, luisteren, schrijven en lezen met speciale aandacht voor de woordenschatontwikkeling. Wij gebruiken de methode “Taal Actief” en als extra woordenschatprogramma in de groepen 1 t/m 3 “LOGO 3000” en “Logo Schooltaal” in de groepen 4 en 5. In de bovenbouw bieden we daarnaast woordenschatonderwijs aan gekoppeld aan de wereldoriënterende thema’s. Door woorden geclusterd en passend binnen een thema aan te bieden, krijgen deze meer betekenis voor de kinderen.
Al deze vaardigheden komen niet alleen tijdens de taallessen aan de orde, maar ook tijdens andere vakken. Bij de lessen wereldoriëntatie bijvoorbeeld, is het belangrijk dat de teksten goed gelezen en begrepen worden. En om een goed werkstuk te kunnen schrijven, moeten leerlingen iets weten van de opbouw van een tekst en moet de spelling goed zijn. Steeds wordt er expliciet aandacht besteed aan het strategisch leren en het leren toepassen van taalvaardigheden.
Kinderen leren taal door het te gebruiken. Ze leren taal van hun ouders, van de leerkracht en van elkaar. In taalonderwijs vindt daarom altijd interactie plaats, tussen leerlingen onderling of tussen leerkracht en leerling. Kinderen leren het beste als zij actief betrokken zijn bij de lesstof. Deze actieve houding proberen wij te bevorderen door het creëren van situaties die de kinderen aanspreken. Dat kan zijn door te werken met een thema of door de kinderen te laten ervaren dat wat zij leren, ook in het echte leven toe te passen is. Een interview afnemen en verslag hiervan doen, een evenement organiseren en zelf de uitnodiging schrijven, voorlezen aan kleuters, een jaarboek maken; allemaal voorbeelden van wat mogelijk is in betekenisvol taalonderwijs.
Rekenen
In ons rekenonderwijs maken wij gebruik van de rekenmethode “De Wereld in Getallen 5”. Door kinderen instructie te geven op niveau ervaren alle kinderen succeservaringen en uitdagingen. Rekenen moet je vooral doen, daarom maken wij hierbij gebruik van afwisselende werkvormen, zodat kinderen actief betrokken zijn. De leerlingen gebruiken hierbij verschillende materialen, spelen rekenproblemen uit en/of vertalen ze naar schema’s. Door de rekenproblemen op deze verschillende manieren te benaderen kunnen leerlingen met verschillende leerstijlen zich goed ontwikkelen. Ook het digitale schoolbord is een goed middel om kinderen bij de les te betrekken. Het helpt om allerlei rekenkundige onderwerpen voor kinderen inzichtelijk te maken.
Studievaardigheden
In de bovenbouw, vanaf groep 5, worden ook studievaardigheden specifiek geoefend. Met behulp van de methode “Blits” wordt het lezen van grafieken, tabellen, kaarten en legenda’s geoefend. De leerlingen leren hierbij ook hoe ze hoofd- en bijzaken van elkaar kunnen scheiden en hoe ze een samenvatting kunnen maken.
Wereldoriënterende vakken
De wereldoriënterende vakken worden thematisch aangeboden. We maken gebruik van digitale methodes voor de groepen 5 t/m 8 met alle moderne technieken die daar tegenwoordig bij horen, zoals filmpjes en interactieve lessen op het digitale schoolbord. Deze methodes zorgen voor een levendig beeld bij de diverse onderwerpen en worden als rode draad gebruikt. Tijdens de lessen proberen wij zo veel mogelijk bij de belevingswereld van de kinderen aan te sluiten. Dit doen wij door de lessen uit te breiden met extra (beeld)materiaal en verrijkende activiteiten. De wereldoriënterende lessen gebruiken wij ook om op een thematische manier woordenschatonderwijs aan te bieden.
Expressieactiviteiten
De creatieve vakken sluiten nauw aan bij de beleveniswereld van de kinderen. Er wordt gewerkt aan individuele- of groepswerkstukken waarbij verschillende materialen en technieken worden gebruikt. Door de kinderen verschillende technieken op het gebied van handvaardigheid en tekenen te leren, kunnen zij uiting geven aan hun creatieve ideeën. Voor muziek werken wij samen met onze vakspecialist Gisla Bruitsman met de methode “1, 2, 3 Zing”.
Naast de gebruikelijke lessen in de expressieve vakken geven we ook drie keer per jaar workshops, waarbij de leerlingen kunnen inschrijven voor een bepaalde handvaardigheid, techniek, dans, koken of drama. De groepen worden hierbij per bouw gemengd. De kleuters spelen op deze momenten in groepjes gezelschapsspelletjes.
Culturele vorming
Naast vakken als muziek, dans, drama, tekenen en handvaardigheid, waarin kinderen zelf ervaringen opdoen, bezoeken alle groepen van de school 1 keer per jaar een voorstelling die past binnen een thema of lessenserie voor een bepaalde groep. Er zijn ook terugkerende culturele activiteiten voor bepaalde groepen. Groep 7 bezoekt bijvoorbeeld jaarlijks het Nationaal Ballet in het Muziektheater en de groepen 7 en 8 gaan om het jaar naar het Van Gogh Museum en het Stedelijk Museum in Amsterdam.
Daarnaast zijn ook bibliotheekbezoek, met onder andere ontmoetingen met schrijvers voor de groepen 5 en 6, interessante speelfilms en kortlopende projecten onderdeel van onze cultuuractiviteiten.
Levensbeschouwelijke vorming
Voor het godsdienstonderwijs maken wij rond de Kerst- en Paasperiode een keuze uit het methodeaanbod van diverse uitgevers voor deze periodes. Elementen uit deze methodes gebruiken we ter ondersteuning van de verschillende vieringen. Wij kiezen er voor om kinderen te informeren over de verschillende godsdiensten en hen met name de overeenkomsten te laten zien.
Engels
Engels is in de huidige maatschappij een zeer belangrijke taal. Om onze leerlingen meer Engels mee te geven voor zij naar de middelbare school gaan, kiezen wij er voor om in groep 5 te starten met de Engelse lessen. Wij werken in de groepen 5 t/m 8 met de interactieve methode “Take it easy’”.
Mediawijsheid en internetvaardigheden
Leerlingen hebben in steeds grotere mate toegang tot de digitale wereld. We vinden het belangrijk om leerlingen normen, waarden en vaardigheden aan te leren die zij in deze moderne tijd nodig hebben. Met behulp van het programma ‘nationaal mediapaspoort’ wordt de mediawijsheid van de kinderen vanaf groep 1 opgebouwd. Overige computer- en internetvaardigheden worden geïntegreerd aangeboden tijdens lessen taal, studievaardigheden, De Vreedzame School en wereldoriëntatie.